Simpel: bijna alle werken van deze kunstenares werden gekocht door verzamelaars die zich lieten adviseren tot de illustere, ook wel kunstpaus genoemde H.P. Bremmer. Komt men een collectie tegen met mevrouw Radda, dan weet men meteen bij wie de verzamelaar in de leer was. Een van die Bremmer-adepten heette Van Baaren en hij liet zijn collectie met Radda's na aan het Centraal Museum te Utrecht waar ze nu te zien zijn. Nu niet erg meer in trek maar Just Havelaar vond het destijds diepe, fijnbesnaarde kunst. En Kunsthandels als Van de Wisselingh schamen zich niet om een fraai bloemstillen van van Lydia Radda in de collectie te nemen. Dit exemplaar (50 x 65 cm) staat in de catalogus van Onder de Boompjes te Leiden beschreven als een aquarel, maar het is een olieverf. Wordt vanavond geveild.
