Deze Sluijters heeft een niet zo hoge inzetprijs bij het Venduehuis te Den Haag.
Het werk hoort bij de hoogtepunten van de fraaie voorjaarsveiling. Sluijters maakte het doek in 1953 toen hij in Zuid Frankrijk was. 's Winters terug in Nederland publiceerde hij in De Tijd een Sinterklaaswens, die nogal reactionair klinkt voor de ooit zo controversiële modernist: "Beste Sinterklaas, U vraagt naar mijn verlanglijstje, maar als het
mogelijk zou zijn, wilde ik eigenlijk niets liever, dan dat U trachtte
wat orde te scheppen in de huidige schilderswereld, want de kunst staat
de laatste jaren in het teken van de „chaos". Wat we tegenwoordig op
tentoonstellingen te zien krijgen, doet de goegemeente vaak denken, dat ze in een krankzinnigengesticht beland
zijn, in plaats van in een museum. Ik weet wel, U bent evenals ik een
voorstander voor volstrekte vrijheid van uiting, maar elke uiting, wat
die ook zijn moge, moet toch uitgevoerd worden door een kunstenaar, die
zich uiten „kan". Dat geldt evenzeer voor het meest realistische als
voor het meest abstracte werk. Het betekent, dat om je te uiten — hoe
dan ook — een zekere mate van „vakkennis" aanwezig moet zijn. Men moet
„kunnen" schilderen of anders thuis blijven. En nu krijg ik maar al te
vaak de indruk, dat een groot deel van de zich kunstenaar noemende
schilders geen snars van het vak afweten. Voor die schilders is het
volstrekt noodzakelijk, dat ze éérst leren schilderen. Ik weet, dat U er
zelf geen tijd voor hebt, maar zoudt U niet aan een van onze
kunstcritici de vererende opdracht willen geven een kleine handleiding
te schrijven, waarin alles uitgelegd wordt, wat de schilder weten moet,
alvorens het recht te hebben zijn producten aan het publiek te vertonen?
Wanneer U door Piet aan al die soi-disant artiesten zo'n handleiding
liet uitreiken, doet U daar stellig een nuttig werk mee, waarvoor alle
eerlijke kunstenaars U zeer dankbaar zullen zijn. Uw toegenegen JAN SLUIJTERS"