In de jaren dertig van de negentiende eeuw, toen Vlaanderen net was afgesplitst heerste er een grote vaderlandsliefde.
Daarom omhelsden de Nederlanders hun roemrijk verleden. De schilders van het Amsterdamse Arti et Amicitia besloten een grote hoeveelheid schilderijen te produceren met historische onderwerpen, liefst van heldhaftige aard. Deze historische galerij zou dan een soort nationaal historisch museum vormen. De schilders kwamen een beetje laat, want inmiddels was het 1860 en dat erge vaderlandslievende was alweer uit de mode en door Multatuli afdoende belachelijk gemaakt (Tien vingers heb ik aan mijn hand / Ter eere van het Vaderland.) Van die galerij kwam dus niets van terecht. Maar de schilderijen werden evenzogoed wél gemaakt. Een ervan is deze Springer (70 x 124 cm), die morgen bij Lempertz geveild wordt. Ill. Copyright Lempertz