Als ge boter wilt eten, dan wilt ge ook boter eten, en geen verf. Zo formuleerde Walter Vaes in de jaren twintig zijn esthetische principes.
Geen modernisme dus, maar figuratieve kunst met virtuoze stofuitdrukking. Geen fijnschilder, maar impressionist. In de Eerste Wereldoorlog verbleef Vaes te Veere, waar hij contacten legde met de Engelse kunstliefhebbers die daar kwamen. Zo liep zijn internationale carrière via Nederland. Bij terugkeer wijdde hij zich tijdelijk aan iets anders. De verschrikkingen van de oorlog hadden zo'n indruk op hem gemaakt dat hij ze van zich af tekende in een serie gruwelijke etsen waarin we hordes sprinkhanen zijn geliefde Vlaamse land zien kaalvreten. Maar daarna keerde hij terug tot zijn stiel: portretten en vooral veel stillevens van vruchten en bloemen. De hier afgebeelde passievruchten (40 x 50 cm) zijn te koop bij Campo Vlaamse Kaai.